Is de kist waar Hugo de Groot uit slot Loevestein is ontsnapt nog steeds dezelfde kist op het moment dat het deksel is vervangen, omdat houtwormen dit hadden opgegeten? Deze en vele andere interessante vragen over identiteit stelt Van Woudenberg aan de orde. Want stel dat niet alleen het deksel van de kist is vervangen, maar dat uit onderzoek blijkt, dat in de loop der tijd ook de zijkanten en de bodem van de kist zijn vernieuwd. De auteur stelt hierbij de vraag of een ding een identiteit heeft door de tijd heen.
Nog spannender wordt deze vraag als de vraag van de identiteit van de persoon aan de orde komt. Ben ik nog steeds dezelfde persoon als toen ik op de kleuterschool zat? (De kleuterschool waar ik op gezeten heb bestaat in elk geval niet meer; enerzijds door de invoering van het spreken over groepen in de basisvorming, anderzijds doordat het gebouw is gesloopt en er nu een appartementencomplex staat). Ik ga ervan uit dat ik dezelfde persoon ben. Heeft dat dan te maken met mijn herinnering zoals J. Locke stelde, of meer met dat ik me in ‘hetzelfde’ lichaam bevindt of er hier sprake van een ander, niet fysisch, verschijnsel?
De auteur neemt je mee aan de hand en geeft de voor- en nadelen weer van de verschillende theorieën die betrekking hebben op de identiteit van de persoon. Vooral het aangeven van de absurditeit van een aantal theorieën werkt zeer verhelderend. Het spreken over identiteit is een actueel thema. In de Trouw van 7 november ’01 wordt geciteerd uit de oratie van R. Segers aan de Rijksuniversiteit Groningen waar hij zegt: ‘We zijn toe aan een herdefiniëring van de factoren die de identiteit van bedrijven bepalen’. Het grappige is dat hij spreekt over drie factoren (het imago naar buiten, het imago volgends de medewerkers en de kwaliteit van het product) die in evenwicht moeten zijn om een goede identiteit te hebben en niet in de problemen te komen. In zijn redenering kun je zien dat hij ervan uitgaat dat de identiteit van een bedrijf niet alleen wijzigt in de tijd, maar ook is te beïnvloeden. Hierbij wordt identiteit wel heel nauw verbonden met imago. Van Woudenberg daarentegen gaat meer in op de identiteit van materiële objecten en personen. Het boek is mijns inziens een goede inleiding om na te denken over het begrip identiteit. Door de sprekende voorbeelden is het ook bruikbaar voor het vak filosofie op de middelbare school. Het is echter een pittig boek, dat je zeker niet in één avondje uit hebt.
N.a.v. Het mysterie van de identiteit. Een analytisch-wijgerige studie, R. van Woudenberg, Sun 2000, 126 blz., ISBN 90-5875-041-8, € 13,3 of fl. 29,50. Aankondiging door Pieter de Boer