Urban Ecotheology

De Finse theoloog Seppo Kjellberg schreef een interessant boek over de ontwikkeling van steden. De auteur was van 1993-1996 lid van het onderzoeksproject ‘Ecopolis’ dat als onderwerp had ‘de ecologische stad en ecologische stedenplanning als optie voor de toekomst’. Deze interdisciplinaire werkgroep bracht dit concept in kaart vanuit een breed theoretisch kader, namelijk vanuit technologisch, architectonisch, ethisch, sociaal en ideologisch perspectief. Zijn boek bouwt voort op de bevindingen van dit onderzoek.

Een centrale vraag die aan de orde komt is: ‘Wat kan een christelijk alternatief zijn voor de antropocentrische stad?’ De auteur gaat systematisch te werk. Hij beschrijft uitvoerig welke visies er op stedenbouwkundig gebied zijn (zie tabel).

 

human-originated nature-originated divinity-originated
narrow view techno-ecology ecofascism natural mythology
broad view deep ecology evolutionism ecotheology

 

In de ecologische discussie is een belangrijk dualisme waar te nemen. Enerzijds ‘cosmological holism’, waarbij oog is voor de gehele schepping inclusief de mens. Anderzijds ‘antropocentric sustainability’, waarbij de natuur er is ten behoeve van de mens. In het boek gaat de auteur op zoek naar een holistisch-christelijke visie op het doel van de stad. Dit doel moet meer worden opgevat in termen van genealogie dan in ontologische zin (p. 40).

Eén mens kan niet komen tot een totaaloplossing voor de stad, daarom geeft Kjellberg de voorkeur aan de dialoog. Hiervoor sluit hij aan bij de methode van Habermas. Een aantal dialogen heeft hij gevoerd met betrokkenen (mensen die beïnvloeden én mensen die beïnvloed zouden worden) over de plannen voor de vernieuwing van de binnenstad van het Finse Tampare, een stad met zo’n 200.000 inwoners (p. 45). Ondanks het verschil in taal (concepten) van de planners en bewoners kwam uit deze dialogen naar voren dat men gesteld is op vrijheid en eenheid (gemeenschap).

De auteur gaat tevens uitgebreid in op de bijbelse gegevens over de stad. Vooral de profeet Hosea heeft mooie dingen hierover geprofeteerd. Uiteraard wordt ook ingegaan op de leer van de twee steden die Augustinus beschreef in zijn indrukwekkende apologie ‘De stad van God’. Uitgangspunt van de auteur is een contextuele theologie: het begrijpen van de situatie, reflectie en actie (p. 157).

Om een goede analyse te kunnen maken voor het beschrijven van centrale waarden voor een stad, deelt Kjellberg de waarden in vier categorieën in: het belang van sociale en politieke structuren, economische doelen, de relatie van mensen tot het andere en de wezenlijke functies van en in de stad (p. 74). Interessant in dit verband is een artikel in Trouw (24-12-99), waarin Margreeth de Boer, oud-minister van RO, het volgende schreef: ‘Een grotestedenbeleid is goed qua bedoeling, maar zal alleen wat opleveren als we bereid zijn economie, stedenbouw en de sociale infrastructuur als één en ondeelbaar te zien. In 1963 ging het nog om de kwaliteit van het naakte bestaan. Nu gaat het om de kwaliteit van een samenleving. (…) Kwaliteit als moraal, kwaliteit als ethiek van ons politieke en sociale handelen. Dat te bereiken is pas een echte sprong voorwaarts.’ Hopelijk wordt in de discussie over de ontwikkeling van steden meer aandacht besteed aan de ethiek. Dit boek geeft vanwege de discussie die de auteur voert met vele andere auteurs aanzetten tot verder nadenken. De waarde van het boek wordt verhoogd door de uitgebreide bibliografie, die vele aanknopingspunten biedt voor verdere studie.

 

Naar aanleiding van Urban Ecotheology (2000) door Seppo Kjellberg, International Books, Utrecht, prijs fl. 49,95.

 

Ing. P. de Boer is o.a. werkzaam bij de dienst Infra Verkeer en Vervoer van de gemeente Amsterdam.