In Over mijn lijk verdedigt Critchley de opvatting van Cicero dat het hoofddoel van de filosofie een voorbereiding op de dood zou moeten zijn. Het ideaal van een lang leven moeten we maar eens laten varen. De opsomming van de vele uiterst merkwaardige manieren van doodgaan van 190 filosofen levert afwisselend gelach, medelijden en verbijstering op. Empedocles sprong in de vurige krater van de Etna, menend een god te worden. Descartes gaf dagelijks les aan koningin Christina van Zweden en werd geveld door een longontsteking als gevolg van de kou in de koninklijke vertrekken. Montesquieu stierf in de armen van zijn geliefde, terwijl hij bezig was aan een essay over goede smaak! Docenten, koester gepaste argwaan tegenover je studenten; anders loop je in hetzelfde mes waarmee John Scotus Eriugena de doodsteek ontving van zijn gehoor. Een der zeldzame vrouwelijke filosofen, Timycha, verzekerde zich tijdens een marteling van haar eigen geheimhouding door haar tong af te bijten en die in het gezicht van de tiran te spugen. Er zijn vragen te stellen bij dit zeer onderhoudende boek. Critchley beklaagt zich ergens over het feit dat er zo weinig bekend is over de filosofen der Oudheid. Dat is onder meer te wijten aan een woedende menigte christenen in Alexandrië, die de grootse bibliotheek van de klassieke wereld volledig vernietigde. Hierin volgt hij blindelings Gibbons Decline and fall of the Roman Empire. Tot op de dag van vandaag zijn de feiten over de vernietiging zeer mager en tegenstrijdig; er zijn vier mogelijke veroorzakers: Julius Caesar, de Joodse bevolking, de christenen onder leiding van de koptische patriarch Theophilus en de islamitische verovering in of na 624. Te hopen is dat de andere gegevens in het boek uit betrouwbaarder bronnen komen. Zijn opmerkingen aan het adres van christenen blijven tot het einde toe prikkelen: ,,In het christelijk geloof (…) kan de mens zich verzoenen met de korte duur van het leven en afstand doen van zijn verlangen naar rijkdom enzovoort. Maar dit ware christelijk geloof heeft in de verste verte niets
uit te staan met het leven van de mensen die zich christenen noemen. Dat komt omdat veel gelovige mensen in wezen atheïst zijn en een leven tussen hoop en vrees leiden.’’ Een onderhoudend, leerzaam en geestig geschreven boek.
N.a.v. Over mijn lijk. Wat filosofen en hun dood ons leren. Simon Critchley, uitgeverij Scriptum, ISBN 978 90 5594 7102, 290 pag., € 22,50. Recensie door Hans van Seventer